Regels rondom het eerste kievitsei 2024

  1. Het ei moet gevonden zijn op een plaats en een tijdstip waarop dat is toegestaan. Dat betekent dus niet op land waar het ‘aaisykjen’ door de eigenaar of de gebruiker is verboden of verboden voor bepaalde personen. Dus een nazorger die met uitsluiting van alle anderen mag zoeken op het land van een grondgebruiker, kan niet als vinder van een eerste ei worden erkend. De vindplaats moet dus toegankelijk zijn voor iedere daartoe bevoegde ‘aaisiker’ (zie 2). Het betreden van percelen binnen het ganzengedoog (of foerageer-) gebied is niet toegestaan indien er ganzen op het perceel aanwezig zijn.
  2. De vinder moet in het bezit zijn van een geldige nazorgpas tenzij hij/zij 11 jaar of jonger is. Alle ‘aaisikers’ vanaf 12 jaar en ouder staan ingeschreven in de database:
    www.bfvwregistraasje.frl. Vindt een boer op zijn eigen grond een eerste ei dan
    verstrekt de vogelwacht hem direct een nazorgpas en verzorgt men de aanmelding op www.bfvwregistraasje.frl. De boer moet dan wel nazorg op zijn landerijen toestaan en voldoen aan de overige bepalingen in dit reglement. Kinderen t/m 11 jaar mogen zonder nazorgpas het veld in.
  3. De houder van de pas neemt direct na zijn/haar vondst contact op met een
    vertegenwoordiger van de BFVW. In volgorde van voorkeur:
    - Henk de Jong, 06-51172174  of b.g.g.
    - René van Dam, 06- 11025751
    - Inge van der Zee, 06-11402591
    - Charlotte de Groot, 06- 15228498
    De vinder (en/of metgezellen) informeert op dit moment nog geen anderen over de vondst en meldt het ook niet op social media!
  4. De vertegenwoordiger van de BFVW controleert of aan alle voorwaarden is voldaan,
    constateert of het ei vers is en bepaalt of er sprake is van een eerste ei.
  5. De vertegenwoordiger van de BFVW neemt vervolgens contact op met de provincie of de betreffende gemeente. Op dit moment informeert de BFVW de pers en mogen ook anderen geïnformeerd worden.
  6. Als er twee kievitseieren (bijna) tegelijkertijd worden gevonden, geldt het eerst gemelde kievitsei als eerste ei. Het tijdstip van de melding is hierbij leidend.
  7. Als het eerste provinciale kievitsei deel uitmaakt van een legsel van meer dan één kievitsei, dan geldt dit zowel voor het eerste ei van Fryslân alsmede voor het eerste gemeente-ei.
  8. Er kan geen eerste ei geclaimd worden op een reeds eerder gevonden nest.
  9. Het tweede ei dat gevonden wordt in de gemeente waarin het eerste ei van de Provincie is gevonden, wordt beschouwd als het eerste ei van de gemeente.
  10. Bovenstaande regels gelden ook voor het vinden van het eerste ei door de jeugd en daarvoor uit te reiken ‘Sulveren Polske’. De vind(st)er zit in de basisschoolleeftijd. Aaisykje onder begeleiding is toegestaan, maar het ei moet zelfstandig worden gevonden. De vondst moet direct worden gemeld bij de BFVW (zie bij punt 3). De vertegenwoordiger van de BFVW meldt de vondst vervolgens op het provinciehuis.

De regels kun je hier hier ook downloaden en bijvoorbeeld printen.